City Pier City Loop Den Haag

Op 12 maart 2017 vindt de 43^e editie plaats van de

City Pier City Loop Den Haag. Dit Haagse familie-evenement trekt elk jaar weer tienduizenden deelnemers en bezoekers. Zowel nationaal als internationaal is er veel belangstelling voor de snelle halve marathon. Er is echter veel meer dan dat. De City Pier City (CPC) Loop Den Haag kan met recht een traditie genoemd worden. Het huisvestte ook vorig jaar weer de grootste scholenloop van Nederland met duizenden kinderen van bijna 100 scholen.

Geschiedenis

De rijke historie van de CPC Loop Den Haag begon op 12 april 1975 met een officiële wedstrijd over 15 kilometer, met de start op het Lange Voorhout en de finish in de Prinsestraat. De Nederlandse topatleet Henk Kalf won in een tijd van 42 minuten en 53 seconden (het parcours bleek bij nameting 500 meter te kort te zijn). In 1976 werd de afstand van de CPC Loop Den Haag uitgebreid tot de halve marathon (21,1 km). Vrouwelijke deelnemers debuteerden op 29 maart 1980. Marja Wokke schreef die primeur op haar naam.

Erepodium

In de beginjaren van het grootste sportevenement in Den Haag stonden vooral veel Nederlandse topatleten op het erepodium. Naast Henk Kalf, die de eerste editie van de CPC Loop op zijn naam schreef, won in 1983 de Limburger Cor Lambregts. Marti ten Kate zegevierde liefst vier maal op een rij: in 1987, 1988, 1989 en 1990. Ook Carla Beurskens won viermaal (1984, 1985, 1986 en 1990). Vanaf 1991 waren de hoogste podiumplaatsen alleen nog weggelegd voor buitenlandse deelnemers. De Kenianen zijn daarbij het best vertegenwoordigd.

Wereldrecord in 2007

Benson Masya was met zijn 1.00.24 uit 1993 houder van het parcoursrecord. Samuel Wanjiru overtrof die prestatie in 2007 ruimschoots. De jonge Keniaanse atleet finishte op een door de jaren heen aangepast en verbeterd parcours in een wereldrecord van 58.33. Bij de vrouwen staat het parcoursrecord op naam van Lornah Kiplagat, die inmiddels de Nederlandse nationaliteit heeft, met 1 uur, 6 minuten en 56 seconden (2000).

Dit is een bijdrage van: Peter Hoogstrate